Log in of maak een account aan.
'Het is mijn grootste les om niet voor iemand met een andere cultuur of geloof iets in te vullen, maar ernaar te vragen.'
Eline is gedragswetenschapper bij Philadelphia Zorg én een reislustig type. Ze heeft al veel van de wereld gezien en zelfs jaren met haar gezin in Ethiopië, Myanmar en Jordanië gewoond. Daar deed ze veel levenservaring op, waar ze, nu ze weer terug in Nederland is, veel aan heeft.
We spreken met haar over haar ervaringen en hoe zij heeft leren omgaan met die verschillende culturen. Hoe kan je bijvoorbeeld vragen stellen aan mensen met andere gewoontes?
Voor het werk van mijn man gingen we in het buitenland wonen. In die landen heersten andere culturen dan de onze en werd anders gedacht over bepaalde onderdelen van opvoeden. Zo zijn wij in Nederland erg gehecht aan het bieden van rust en regelmaat. In veel andere culturen is dat anders en in sommige landen ook niet altijd handig.
In Aziatische landen moeten mensen bijvoorbeeld rekening houden met regenstormen of hoge temperaturen overdag. Daardoor hanteren zij andere bed- en etenstijden. Dat dit anders is dan wij gewend zijn, heeft dus zo zijn redenen. Het is ergens op gebaseerd en op een bepaalde manier ontstaan.
Ook over het samen op een eigen kamer slapen wordt in verschillende landen anders gedacht. In Nederland vinden we dat kinderen vanaf een bepaalde leeftijd op een eigen kamer moeten slapen. In Ethiopië was ik een slechte moeder als wij niet een kamer deelden. Daar zijn namelijk veel slangen en schorpioenen, waardoor je dichtbij je kinderen wil zijn, om hen te kunnen beschermen.
Per cultuur en gezin verschilt het ook hoe ouders denken over het zelf of samen opvoeden van kinderen. Ze zeggen wel eens: it takes a village to raise a child. In Europa houden ouders het vooral binnen het gezin, terwijl families in het Midden-Oosten vaak met elkaar in een groot huis wonen. Daar is altijd een familielid in de buurt dat een kind kan aanspreken of in de gaten kan houden. Dat zagen we ook in Myanmar en Ethiopië. Daardoor is er ook altijd een broer of zus die jou als ouder van advies kan voorzien. Een mooi voorbeeld hiervan is dat ze in Jordanië geen kraamzorg kennen. Als je bevallen bent, gaan ze ervan uit dat er moeders, zussen, tantes en nichtjes zijn die jou helpen.
In Ethiopië en Myanmar is het gebruikelijk om elkaar veel te geven, bijvoorbeeld als dank en waardering, ook naar kinderen toe. Zo kregen mijn kinderen vaak snoepjes. Ze gaven daar ook Red bull-snoepjes of harde zuurtjes aan kinderen van twee jaar, dus in eerste instantie wees ik dat af. Op een gegeven moment bedacht ik dat dit voor hun een manier was om aan te geven dat ze het leuk vinden dat mijn kinderen er waren. Van mij is het eigenlijk ondankbaar om dat af te wijzen. Ik heb toen met mijn kinderen afgesproken dat ze het mochten aanpakken, maar eerst naar mij toe moesten komen voor ze een snoepje opaten. In plaats van afwijzen, konden ze respect tonen.
Ook in Nederland wonen mensen met verschillende culturen, uit andere landen of simpelweg met een andere mening. Zo vinden Nederlanders het over het algemeen belangrijk dat je op tijd bent op een afspraak, terwijl het in andere culturen belangrijker is dat je iets meeneemt of er netjes uitziet. Ik was eens met mijn zoontje bij het consultatiebureau en daar kwam een Afrikaanse vrouw binnen die nog weinig Nederlands sprak. Zij was te laat en de receptionist bij het consultatiebureau reageerde daar chagrijnig op. Ik zag de vrouw struggelen, omdat – zo vulde ik voor haar in – ze het niet begreep dat het zo’n groot probleem was dat ze 10 minuten te laat was. Het is daarom van belang om uitleg te geven over waarom in Nederland iets belangrijk is of je zelf iets belangrijk vindt.
Wat ik vooral heb geleerd in andere culturen, is dat je niet kunt aannemen dat iedereen hetzelfde denkt. Het maakt niet uit in welk land je woont en of je orthodox, moslim of boeddhist bent. Ook binnen dezelfde culturen en hetzelfde land zijn verschillen tussen mensen. Zo zijn Nederlanders over het algemeen heel tolerant, maar is dat ondertussen in elk gezin weer anders. De Nederlandse cultuur is inmiddels ook zo divers. We zitten niet allemaal meer in hetzelfde hokje en denken verschillend over onderwerpen. Dat gaat verder dan multicultureel zijn. Het Nijkerk van nu is ook niet het strenggelovige Nijkerk van 30 jaar geleden. Je kunt dus ook niet meer aannemen dat anderen hetzelfde denken of belangrijk vinden als jij.
Ook ouders verschillen van elkaar. Dat geldt voor ouders van kinderen met een verstandelijke beperking, maar ook ouders van kinderen die geen beperking hebben. Ondanks die verschillen kan voor iedereen gelden dat de opvoeding bijvoorbeeld niet altijd makkelijk is. Openheid naar elkaar toe is daarin heel belangrijk, want dan kunnen we veel van elkaar leren. Maar dan moet je elkaar wel zien en ervoor openstaan. Vertel bijvoorbeeld eens hoe jij iets beleeft of ervaart en vraag vervolgens naar hoe dat voor de andere ouder is.
Het is mijn grootste les om niet voor iemand met een andere cultuur of geloof iets in te vullen, maar ernaar te vragen. Het mooie van ons land is dat dit ook mag en kan. Je mag vragen stellen en nieuwsgierig zijn. Er zijn, in die zin, geen gekke vragen. Hierdoor ben ik milder en minder bevooroordeeld geworden.
Een voorbeeld hiervan is dat ik heb geleerd dat overal verschillend wordt omgegaan met het dragen van schoenen en slippers, waardoor ik nu altijd vraag of ik mijn schoenen uit moeten doen, als ik ergens binnenkom. Een andere opvallende gewoonte was dat Jordanezen niet willen dat hun gasten zich vervelen en daarom de tv aanzetten. Als het gesprek stilvalt, kunnen ze daarnaar kijken. In Nederland heb ik ook eens een gesprek gehad bij een gezin thuis, waar de tv aan stond. Ik vond dat vervelend en had daar allerlei ideeën over, vanuit mijn Hollandse blik. Nu zie ik dat zij het mogelijk zo goed wilden doen, dat ze zelfs de tv aanzetten. Mensen doen dingen met een idee. Als je er op die manier naar kijkt en het naar jezelf toebrengt, dan kun je ook eenvoudiger zeggen dat het je toch afleidt.
Het kan zijn dat iets wat je vanuit een bepaalde ontstaansgeschiedenis zo doet, niet meer klopt met hoe je nu woont of leeft. Het is niet meer nodig of relevant. Zo kunnen mensen uit het buitenland het in Nederland nog steeds normaal vinden om kinderen laat naar bed te brengen, omdat de temperaturen in hun land van herkomst lang hoog bleven. In Nederland is dat niet zo hoog en beginnen de scholen bijvoorbeeld wel rond 8.30 uur ’s ochtends. Daar kun je vanuit die ontstaansgeschiedenis met hen over praten en het openbreken. Door de gedachtegang te doorlopen, help je anderen: waarom doe jij wat jij doet en waarom doe ik wat ik doe?’
Het gesprek erover openen is het allerbelangrijkste. Er zijn geen gekke vragen. Introduceer het desnoods met dat het misschien een gekke vraag is. In andere landen, maar vooral ook in Nederland, is dat belangrijk. Je kunt niet voor een ander invullen hoe iets bij hen thuis werkt of hoe zij ergens over denken. Die aannames kloppen misschien niet.
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang maandelijks
de nieuwste inspirerende verhalen in je mailbox!