Log in of maak een account aan.
Marion en haar man Jorgen zijn de ouders van Noortje. Noortje (10) heeft het syndroom van Down. Sinds haar geboorte is hun leven 180 graden gedraaid. Stap voor stap hebben zij hier hun weg in gevonden.
Marion schrijft regelmatig voor Sophi over haar leven met Noortje. Dit keer gaat het over de zindelijkheidstraining die Noortje kreeg toen ze 6 jaar was.
Het is meivakantie. Al dagenlang zijn we bezig met de voorbereidingen. Onderleggers kopen, kleine cadeautjes, extra ondersteuning regelen op de BSO en vooral mentale voorbereiding. Zowel bij onszelf als bij Noortje.
We gaan Noortje proberen zindelijk te krijgen met behulp van de zindelijkheidsbox. Een programma van zeven dagen. Luier uit, bijhouden hoeveel en wanneer ze drinkt en wanneer de plas komt. Intensief voor ons, maar zeker ook voor Noortje.
De eerste drie dagen moet ze thuis moeten blijven, dat is al een hele opgave en dan ook nog continu naar het toilet. Zoals bij bijna alles met het downsyndroom geldt ook nu: het gaat niet vanzelf, we zullen actief aan de slag moeten. ’s Nachts (als er geen prikkels zijn) geeft ze zelf al aan dat ze moet plassen, ze plukt overdag aan de luier als deze vol zit; signalen dat ze eraan toe is.
Mijn man en ik hebben beiden een week vrij en vol goede moed gaan we aan de slag. We hebben voldoende om mee te spelen en gelukkig is het mooi weer, zodat we de tuin in kunnen. Elf natte broeken deze eerste dag, maar toch zijn we niet ontevreden. Ze komt het wel melden als ze plast, maar is nog net te laat.
De kracht van het programma zit hem in positief belonen. Dus als — op de valreep, voor het slapengaan — de eerste plas in het toilet gaat, gaan we helemaal uit onze plaat. Noortje straalt bij zoveel aandacht en applaus. Dag twee en drie ware er zes natte broeken, dag vier nog maar drie.
Het kwartje lijkt te vallen. Maar dan komt dag vijf. Noortje is er klaar mee. Ze plast op de BSO twee keer net voor het toilet en kijkt dan met een uitdagende smile naar de leidster; ruim jij het even op? Lijkt ze daarmee te zeggen. Ook thuis, waar we vol goede moed de draad oppakken, gooit ze de kont tegen de krib. Ze wil niet mee naar het toilet, kent inmiddels al onze creatieve afleidingsmanoeuvres.
Het levert ons een (tijdelijke) huwelijkscrisis op. We hebben net een andere aanpak en waar we elkaar normaal gesproken perfect aanvullen, botst het nu flink. Voortkomend uit vermoeidheid en frustratie. Als Noortje voor de zoveelste keer net naast het toilet plast (terwijl ze dag vier écht heeft laten zien dat ze het kan), word ik boos. En dat word ik niet snel.
Ik foeter haar uit: welke prinses denkt ze wel niet te zijn? Iedereen doet zijn stinkende best haar te helpen en madam maakt er een potje van. 'Vanavond geen frietjes, je hebt het niet verdiend.'
En daar heb ik haar. Het huis is te klein. Ze huilt, schreeuwt, slaat met haar vuistjes op mijn benen. Drama. Ik heb er moeite mee haar zo overstuur te zien, maar mijn boosheid en standvastigheid winnen, ik houd voet bij stuk. Als ik nu toegeef, bereik ik niets.
'Morgen krijg je frietjes, maar dan gaan alle plassen in het toilet, ook op de BSO en je gedraagt je,' vat ik nog één keer krachtig samen. En zo geschiedde. Nadat ik in de ochtend dezelfde boodschap op mildere wijze herhaal, blijft mevrouwtje dag zes (en verder) droog, kan de vlag uit en eten we frietjes. Het was geen gemakkelijke week. Maar we zijn trots. Een beetje op onszelf en alle lieve, geduldige leidsters, maar vooral op onze stronteigenwijze schattebout.
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang maandelijks
de nieuwste inspirerende verhalen in je mailbox!