Log in of maak een account aan.
Een groot deel van de zorg voor kinderen en jongeren valt onder de Zorgverzekeringswet (Zvw). De Zvw is een wet die de verplichte basisverzekering regelt voor iedereen in Nederland. De zorgverzekeraars voeren de Zvw uit.
Geneeskundige zorg (zorg waarvoor je naar de huisarts gaat), specialistische zorg, verloskundige zorg, palliatieve zorg en psychologische zorg vallen onder de Zvw. Ook is er in de Zwv geregeld dat mensen met een beperking of chronische ziekte recht hebben op zorg aan huis. Persoonlijke verpleging en verzorging (wijkverpleging). Dit zijn bijvoorbeeld dove of blinde mensen of chronisch zieken die thuis hulp nodig hebben bij het aankleden, wassen of bij het toedienen van medicijnen en het verzorgen van wonden.
Dit geldt ook voor intensieve kindzorg voor kinderen met een ernstige medische problemen of lichamelijke beperkingen. Dit is eigenlijk een soort van wijkverpleging. De zorg kan thuis, op school of in een kinderdagverblijf worden gegeven. Verblijft je kind in een instelling dan valt dit onder de Wet langdurige zorg (Wlz). Heeft je kind gedragsproblemen en is daar behandeling in een gespecialiseerde instelling voor nodig, dan valt deze zorg onder de Jeugdwet.
Toegang tot medische zorg, bijvoorbeeld bij ziekte, gaat normaal via de huisarts. De arts kan geneesmiddelen voorschrijven, en als dat nodig is, doorverwijzen naar een specialist. Als het gaat om intensieve kindzorg kan je een wijkverpleegkundige (van de thuiszorginstelling) inschakelen. Je hebt daar geen verwijzing van de huisarts voor nodig. Benader je een thuiszorginstelling, ga dan na of ze ook intensieve kindzorg geven. In een gesprek met de wijkverpleegkundige wordt er gekeken welke zorg er nodig is en hoe deze kan worden georganiseerd. De wijkverpleegkundige stelt de indicatie op.
Je kan ook een indicatie door een kinderarts in het ziekenhuis laten maken. Voor een bezoek aan de kinderarts heb je wel een verwijzing van de huisarts nodig. Een kinderverpleegkundige kan je helpen bij het opstellen van een zorgplan.
De zorgverzekeraar koopt de zorg in die valt onder de zorgverzekeringswet. Bijvoorbeeld bij thuiszorginstellingen, ziekenhuizen en therapeuten. Persoonlijke verpleging en verzorging regel je via een PGB of via ZiN. Dit kun je met de wijkverpleegkundige en de zorgverzekeraar bespreken. Je betaalt geen eigen bijdrage, maar wel een eigen risico. Dit is hetzelfde eigen risico die geldt voor de zorgverzekering bij je zorgverzekeraar.
Naast een inkomensafhankelijke bijdrage betaal iedereen van 18 jaar en ouder voor de basisverzekering zorgpremie aan de verzekeraar. Onder de 18 jaar betaal je geen premie. Er een wettelijk verplicht eigen risico voor de meeste zorg die door de basisverzekering wordt vergoed. In 2021 is dat 385 euro. Je betaalt eerst je eigen risico aan de zorgverzekeraar voordat zij de zorg vergoeden. Aan het begin van ieder jaar wordt de teller van het eigen risico op nul gezet. Niet alle zorg valt onder het eigen risico. Een bezoek aan de huisarts, kraamzorg, verloskundige zorg en zorg voor kinderen en jongeren (onder 18 jaar) valt erbuiten.
Voor bepaalde zorg betaal je een eigen bijdrage. Een eenmalig bedrag of vast percentage. Dat geldt voor:
Mensen met een laag inkomen of zonder inkomen recht hebben op zorgtoeslag. Deze toeslag is bedoeld om de kosten van de zorgpremie te verlichten. Of en hoeveel zorgtoeslag je krijgt, hangt af van je inkomen en je vermogen.
Om zorg te krijgen uit de Wet langdurige zorg (Wlz) moet je 24 uur per dag veel zorg en ondersteuning nodig hebben. Bij (jonge) kinderen kun je vaak nog niet zeggen of ze dit hun hele leven het geval gaat zijn. Door behandeling en ontwikkeling kan dit veranderen. Als je het nog niet weet, krijgt het kind de zorg uit Zvw of de Jeugdwet. Het kan zijn dat het overduidelijk is dat je kind toch altijd zorg nodig heeft. En dat behandeling en ontwikkeling hier niets aan verandert. Dan kan je kind toch een indicatie krijgen voor zorg uit de Wlz. Deze indicatie wordt aangevraagd via het CIZ.