Log in of maak een account aan.
Egoli4U is een woongroep in Amsterdam Zuidoost en maakt deel uit van Philadelphia Zorg. Jongeren van 18 tot 23 jaar hebben er een eigen appartement en zetten, met begeleiding, met elkaar de eerste stappen naar zelfstandig wonen. Als loslatende ouders kan dat nieuwe gevoelens losmaken: in welke nieuwe rol kom je terecht? Welke positie neem je in tegenover de begeleiders daar? Welke rol spelen zij? Dit kun je doen.
Wanneer jouw opgroeiende kind met een beperking zich opmaakt om zelfstandig te gaan wonen, borrelen er veel vragen op. Is hij daar nu wel klaar voor? En misschien twijfelt hij zelf ook. Zegt hij klaar te zijn om het ouderlijk huis te verlaten, maar zou een begeleidend steuntje in de rug niet een idee zijn?
‘Een tussenfase kan dan heel prettig zijn, denk aan het inschrijven bij een woongroep voor jongeren met begeleiders in de buurt. Daar bestaan verschillende varianten van. Neem bijvoorbeeld de begeleiders die wel in hetzelfde gebouw als jouw zoon of dochter verblijven, maar niet dezelfde voordeur met je delen. Bij een andere variant, zoals waar ik werk, gebeurt dit juist wél.’
Aan het woord is Lea van den Brink, zij is coördinerend begeleider bij Egoli4U in Amsterdam Zuidoost. Er wonen acht jongeren tussen de 18 en 21 jaar. Ze hebben een eigen appartement met een slaapkamer, een woonkamer met keukentje en een badkamer. Met elkaar delen ze een woonkamer voor gezamenlijke activiteiten.
‘De jongeren die bij ons komen hebben een hulpvraag. Zoals bij iedere jongere natuurlijk is het belangrijk dat ze straks zelfstandig door het leven stappen. Hoe houd je je appartement schoon, kun je je eigen maaltijd maken? Kun je je eigen administratie verzorgen?’ aldus Van den Brink. ‘Breder getrokken begeleiden we op sociaal-emotioneel gedrag: waar trek je je eigen grenzen? Hoe ga je met anderen om? Niet alleen is er aandacht op de omgang met de andere huisbewoners, maar op het gedrag tijdens je opleiding of op je werk. Hoe weerbaar ben je in lastige situatie? Waar loop je vast en hoe kunnen wij dan helpen?’
Ook is er een kantoorruimte van Egoli4U. ‘Je kunt er als bewoner 24/7 bij iemand van de begeleiding terecht. Kún zeg ik met nadruk: de één vindt het fijn om meerdere keren per dag even bij de begeleider te buurten, een ander klopt alleen voor het hoognodige aan.’
Nou laat iedere vader en moeder zijn of haar kind los, als dat het ouderlijk huis verlaat. Het is een volgende fase in het leven, die emoties met zich meebrengt. Het laten vertrekken naar een woongroep met begeleider brengt een extra dimensie met zich mee: hoewel het waarschijnlijk goed voelt en het vertrouwen geeft om de zorg van je zoon of dochter over te dragen, kan dit toch een raar, spannend idee zijn. Al die voorgaande jaren probeerde je die ouderlijke en opvoedende rol zelf zo goed mogelijk in te vullen. Nu kan het voelen alsof het nieuwe begeleidingsteam, ook nog eens in een andere woonomgeving, deze taak van jou gaat overnemen.
Van den Brink: ‘We gaan daarom meteen met elkaar in gesprek, al bij de intake. Uit welke situatie komt jouw kind? Met welke verwachtingen en zorgvraag kloppen jullie bij ons aan? Hoe gemotiveerd is jouw zoon of dochter om de doelen te bereiken die we met elkaar afspreken?’ Loslaten neemt daarbij een belangrijke plaats in. ‘We spreken hier echt als ‘driehoek’ over: begeleider, ouder, jongere. Hoe ga je met elkaar contact onderhouden? Hoe vaak bel je elkaar? Iedere dag op een vaste tijd, of laat je elkaar daar juist los in? Komt jouw dochter in het weekend wel of niet thuis logeren?’
Dat is in de praktijk lang niet zo eenvoudig als in theorie lijkt: alle bewoners hebben niet voor niets een te begeleiden zorgvraag. ‘De een is onzeker en faalangstig en loopt continu rond met de vraag of wat hij doet wel goed is. Een ander heeft hechtingsproblemen. Bij een derde is het vertrouwen thuis zwaar beschadigd en een vierde pakt zaken minder snel op dan hij zou willen.’
In de eerste maanden wordt daarom bij nieuwkomers uitdrukkelijk ingezet op relatie-opbouw. ‘Gaan we het zelfvertrouwen meteen proberen te herstellen? Nee dus, daar is echt geen sprake van. We proberen dit juist eerst toe te voegen. Een team van begeleiders, coaches, gedragsdeskundigen en sociaal werkers is daarvoor beschikbaar, variërend van dagelijks tot af en toe voor een evualutiegesprek.’
Ouders kunnen het lastig vinden voortaan op afstand te zijn en alle verantwoordelijkheid los te laten. Er zijn ontwikkelingen, er zijn vragen. Maar ze worden niet meer standaard met je gedeeld. Dat kan onzeker maken, je wil betrokken blijven. Wat doe je dan? Je kunt ernaar vragen bij de begeleider, maar reken er niet automatisch op dat je antwoorden krijgt. Jouw kind is nu volwassen. Wil een begeleider iets met je delen, dan gebeurt dit alleen met specifieke toestemming van jouw kind.
‘Een voorbeeld: een vader ziet op WhatsApp dat dochterlief tot diep in de nacht online is. Hij neemt contact met ons op, hij maakt zich zorgen over haar. Zouden we dit willen aankaarten? Maar nee, daar ligt een grens. Dat kunnen we dus niet als er eerder geen afspraak over is gemaakt.’
Van den Brink vervolgt: ‘Het gevaar ligt op de loer dat we een speelbal tussen beide partijen worden, terwijl het vertrouwensvraagstuk zo belangrijk is. Komt bij: misschien signaleren wij juist dat haar dochter zo lekker in haar vel zit te laatste tijd. Zo bekeken hoeft dat nachtelijke appen voor ons helemaal geen issue te zijn, zolang ze fit is en goed functioneert. Gaapt ze wel, verzaakt ze, is ze afwezig? Dan is de kans groot dat door de groepsdynamiek gaat werken: de anderen om haar heen zullen er zelf over beginnen.’
Maar spelen er grotere kwesties, maak je je als begeleider echt zorgen over bijvoorbeeld het losbandige en nachtelijke gedrag van een bewoner? ‘Ook dan geldt, we mogen niet zomaar bellen. Maar staat de veiligheid van een bewoner op het spel, dan nemen we contact op met de ouders. We hoeven niet alles te rapporteren, maar hier speelt dan de zorgplicht waarmee we te maken hebben.’
Een stap terug, naar het Whats Appgedrag, hoe reageert Van der Brink in zo’n situatie naar die bezorgde ouder? ‘Goed dat u dit signaleert, zeg ik dan. We zullen het advies meegeven er vooral zelf met haar over te praten. Ook al is het lastig en twijfel je. Stel vragen, zonder de randjes op te zoeken.’
Ander voorbeeld: pas vrijdagmiddag laat geeft jouw zoon aan dit weekend toch bij de woongroep te willen blijven in plaats van naar huis te komen. ‘Als ouder had je wellicht eerder willen weten of je op hem moest rekenen bij het avondeten. En je kan teleurgesteld zijn dat je hem onverwacht deze paar dagen niet zal zien. Probeer daar boven te staan: realiseer je hoe belangrijk het voor hem kan zijn om het ergens anders fijn te hebben. Dat dit het loslaten is dat bij van je kind hoort. Stimuleer hem daarin. Voorheen durfde hij misschien niet op te bellen en kwam hij naar huis, op dat moment tegen zijn diepere wensen in. Als je dit op deze manier benadert, kun je juist dichter tot elkaar komen. Dat is misschien lastig, maar het hoort bij het loslaten. En vraag hem eventueel en passant (of helemaal niet!) of hij een volgende keer net iets eerder naar huis wil bellen. Ook daarin kan veel winst zitten.’
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief en ontvang maandelijks
de nieuwste inspirerende verhalen in je mailbox!