Log in of maak een account aan.
Jimmy (11) heeft het syndroom van Down. Tot in groep zes heeft hij op een reguliere school in de buurt gezeten, maar vorig jaar werd hij verwezen naar speciaal onderwijs. Zijn ouders lieten het er niet bij zitten. Een reguliere school is voor hun zoon de beste plek, zeggen zij. ‘Mensen die ons verhaal horen, denken misschien dat wij zijn handicap niet accepteren. Dat is niet aan de orde. Het is meer dat we durven te dromen. Je zegt niet bij de geboorte: Oké hij heeft Down, dit wordt dus niks.’
Iets meer dan de helft van de kinderen met het syndroom van Down start op een reguliere school. 60 procent van hen wordt later alsnog doorverwezen naar speciaal onderwijs, vaak al na groep drie of vier. Het is afhankelijk van de mogelijkheden van het kind, waar hij of zij het beste tot hun recht komt. In het geval van Jimmy zien zijn ouders dat hij positief geprikkeld wordt in de reguliere klas. ‘Wij zien hoe hij zich optrekt aan andere kinderen. En juist vakken als biologie en topografie zijn voor hem de succesnummers.’
Of een kind op een gewone school terecht kan, hangt af van de mogelijkheden en hulpvraag van het kind. Daarnaast speelt het samenwerkingsverband passend onderwijs in de regio een belangrijke rol. Scholen zijn hier verplicht bij aangesloten. In het basisonderwijs bestaat het samenwerkingsverband uit de reguliere basisscholen, scholen voor speciaal basisonderwijs (SBO) en de scholen voor speciaal onderwijs (SO). In het voortgezet onderwijs uit het regulier onderwijs: vmbo, havo en vwo, het praktijkonderwijs en de scholen voor voortgezet speciaal onderwijs (VSO). Samen hebben ze de verantwoordelijkheid dat alle kinderen een passende plek op school krijgen.
Het samenwerkingsverband in Utrecht heeft inclusief onderwijs als uitgangspunt. Zij boden Jimmy de helpende hand. ‘De onderwijsconsulent herkende dat Jimmy het met wat extra ondersteuning wel aan zou kunnen. Hij heeft ons echt een stap verder geholpen.’ Samen met hem is een andere reguliere school gevonden, die Jimmy met open armen ontving.
Bespreek samen met de school welke mogelijkheden er zijn voor jouw kind. Kijk samen naar de behoefte van het kind en welk type onderwijs/school hier het beste bij aansluit. Eventueel kunnen er aanpassingen gedaan worden, zoals het aanbieden van extra lessen in kleinere groepjes. Of het organiseren van een aparte ruimte om even tot rust te komen. Als jouw kind moeilijk mee komt met de groep of de lesstof niet bij kan benen, kan speciaal onderwijs de betere optie zijn. Uiteindelijk gaat het om het individuele kind en het best passende onderwijs voor hem of haar.