Log in of maak een account aan.
'Waar wij wonen is er overal water' stelt Bert, de vader van Freek van 6. 'Reuze belangrijk daarom dat al onze kinderen vroeg hebben leren zwemmen. Voor Freek geldt dat net zo goed, ook - of misschien wel juist - omdat hij een verstandelijke beperking heeft. Volgende week is het zover, in het zwembad waar de anderen het ook hebben geleerd.'
Bij veel zwemscholen krijgen kinderen met een beperking samen les met de kinderen zonder een beperking. Gewoon, in het reguliere zwemonderwijs. Heeft een kind gedragsproblemen of een verstandelijke beperking, dan houdt de zwemleraar daar rekening mee. Die moet dan wel voldoende van de beperking afweten en zich kunnen verplaatsen in de belevingswereld van deze kinderen. Zorg daarom goed dat je de zwemleraar voor dat de lessen beginnen gesproken hebt en dat je er afspraken mee hebt gemaakt. En hou in de gaten of er in de loop van de tijd niet zo nu en dan een andere leraar ‘opduikt’, die vervolgens nergens van af weet.
Sommige zwemscholen hebben aparte, kleinere groepen voor kinderen met een beperking. De algemene aanpak is dat de lessen vooral de eerste 5 minuten altijd exact hetzelfde beginnen. De kinderen weten precies wat ze kunnen verwachten, waardoor ze zich veilig voelen, en de kans op problemen kleiner is. Er wordt bijvoorbeeld een liedje gezongen of een ‘water-blaas’-spelletje gedaan. Dat geeft rust en structuur. Ze krijgen op een speelse, rustige wijze aangeleerd om zich zelfredzaam te maken in het water. Hier wordt veel aandacht aan besteed. Want wat doe je als je uitglijdt en kopje onder gaat, of per ongeluk in het water valt?
Voor heel angstige kinderen zijn er allerlei speciale hulpmiddelen. Een nekkraag of zwemhelm kan helpen bij de angst om kopje-onder gaan. Pas wanneer alle basisveiligheid is aangeleerd gaan de kinderen trainen met de normen van het reguliere Zwem-ABC. Zo kan uiteindelijk ieder kind het felbegeerde zwemdiploma halen.
En als regulier zwemonderwijs (ook al is deze aangepast) toch een stapje te ver is, dan zijn er speciale zwemmethodes. Het bekendste voorbeeld is de ‘Halliwick’-methode. Met hele kleine stapjes wordt er gewerkt aan doelen als evenwicht in het water, mondsluiting, beweeglijkheid, kracht, steun nemen enzovoort. Rust, veiligheid, bewegen en plezier staan bij deze methode voorop, niet het halen van een zwemdiploma.
Bekostiging van de zwemlessen van je kind vanuit het PGB (Persoonsgebonden Budget) is niet vanzelfsprekend, maar kan via een omweg soms toch geregeld worden. Je noemt het in je aanvraag dan geen zwemles, maar ‘ondersteunende begeleiding bij vrijetijdsactiviteit’. Een PGB kun je aanvragen als je kind intensieve kindzorg nodig heeft. Deze wordt dan gefinancierd vanuit de Wlz (Wet Langdurige Zorg). Je vraagt het aan bij het zorgkantoor in je regio. Via deze link zie je welke zorgkantoren er zijn en welke gemeenten onder welke regio vallen.
Informeer bij het zwembad in je woonplaats. Zij hebben alle informatie over aangepaste zwemles.